Veel Limburgse gemeenten innen nog steeds hondenbelasting, in tegenstelling tot een alsmaar groeiende lijst van gemeenten door het hele land.
Twee gemeenten zetten dit jaar een streep door de hondenbelasting: Voerendaal en Weert. Dat blijkt uit data van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Hondenbelasting
23 andere Limburgse gemeenten, waaronder Sittard-Geleen, Roermond en Maastricht, houden vast aan de bijdrage voor hondeneigenaren. In die laatste plaats wordt het meest betaald voor de trouwe viervoeters: 93,73 euro. Daarbij gaat het om de bijdrage voor de eerste hond. In andere gemeenten, zoals Bergen en Venray, hoef je niks neer te tellen voor het hebben van een hond.
De gemeentelijke hondenbelasting is een taks voor houders van honden. Het ligt al een aantal jaren onder vuur. Zo noemt burgerinitatief Stop Hondenbelasting, ondertekend door 60.000 mensen, het ‘onrechtvaardig’ en gebaseeerd op willekeur.
Sittard-Geleen halveert in 2021 de hondentaks. Enkele gemeenten daarentegen hebben de hondenbelasting niet afgeschafd of verlaagd, maar juist opgehoogd. Gennep neemt daarbij de leiding met een stijging van 2,1 procent ten opzichte van 2021.
In Limburg heffen al langer relatief veel gemeenten hondenbelasting. In gemeenten in noorden van het land betalen hondeneigenaren vaak geen belasting voor hun viervoeter, net als in grote delen van Brabant en Noord-Holland.
Hondenbelasting is voor de gemeenten een bescheiden bron van inkomsten: landelijk leverde het in 2021 zo’n 50 miljoen euro op. In de zomer van 2021 werd er in de Tweede Kamer nog gedebatteerd over de afschaffing van de hondenbelasting naar aanleiding van het burgerinitiatief Stop Hondenbelasting.