Sinds het begin van de oorlog in Oekraïne vangt de gemeente Sittard-Geleen mensen uit dat land op. Zij krijgen van de gemeente de kans om Nederlands te leren. Vanaf april zijn vier taalgroepen gestart in Geleen en Sittard, met taallessen op A1-niveau. We spelen hiermee in op de grote vraag naar professionele taallessen.

“Het is voor ons heel belangrijk om Nederlands te leren”, zegt Halyna Kovalenko. “Want als je kunt praten met de mensen hier, ze begrijpt, is het leven normaal. Dan voel je je goed. En kun je werk vinden.” 

Halyna is heel blij dat ze iedere week de lessen van Natalia Leerssen kan volgen. “Zij is een ervaren docent. Ze weet hoe ze taalles moet geven. En ze spreekt Russisch, een taal die wij allemaal goed begrijpen.” Dat maakt een groot verschil, weet Halyna. Ze volgde al eerder een taalcursus. “De docent gaf uitleg in het Engels. Jonge Oekraïners, zoals ik, spreken vaak wel een beetje Engels. Maar voor veel mensen was het te moeilijk. Dat zorgde voor extra stress.” En die is er al genoeg als je gevlucht bent uit een land waar oorlog is. “Mensen stopten met de lessen. Omdat ze dachten: het lukt me niet.” 

Gelukkig vond de gemeente Natalia, die ook al Nederlandse leert aan Oekraïners in de gemeente Voerendaal. De docente Engels en Duits komt uit Wit-Rusland, maar woont al twintig jaar in Nederland. “Ik weet hoe lastig het voor deze mensen is om Nederlands te leren”, zegt Natalia. “Oekraïens is net als Russisch een Slavische taal. Nederlands, Engels en Duits zijn Germaanse talen. De talen zijn uit een andere familie, de opbouw is totaal anders. Zelfs het alfabet is anders. De Nederlandse R is in het Oekraïens een P. Met de uitspraak van sommige klanken, zoals de ‘ui’, ‘ei’ en ‘h’ heb ik na twintig jaar nog steeds moeite. Die komen in onze taal niet voor.”  

“Hallo, ik ben Halyna en ik kom uit Oekraïne.” De zin komt er vlot uit. Sinds Halyna een nieuwe baan heeft bij ZOwonen, is haar motivatie om Nederlands te leren nóg groter. “Op woensdag werk ik als gastvrouw in de ruimte waar wij les krijgen”, vertelt ze. Bewoners van onze flat en hun kinderen ontmoeten elkaar daar. Ik wil goed kunnen praten met mijn buren en collega’s. Ze vragen hoe het met hun kinderen gaat. Alles weten over hun land, cultuur en tradities. Maar ook vertellen over die van ons, over míjn dochter.” Die gaat nu naar groep 8 in Geleen. “Zij verbetert mij als ik fouten maak”, lacht Halyna. “Zoals Natalia dat ook doet. Iedere les praat ze met ons.

Oekraïners zijn bang om een vreemde taal te spreken. Liever niet praten dan fouten maken. “Door het toch te doen, groeit ons vertrouwen”, merkt Halyna. “Dat Natalia Russisch spreekt, helpt. Zij kan de taalregels heel goed uitleggen. Ze is streng, zoals we dat in Oekraïne gewend zijn. Krijg je huiswerk, dan maak je dat ook! Dat motiveert extra. De lessen geven mij energie. Ze helpen om onze zorgen, de oorlog, even te vergeten. Ik wil meer en meer leren.” 

Bron en foto: gemeente Sittard-Geleen